Citeren

Wat is citeren?

Citeren is het letterlijk overnemen van een gedeelte van een tekst. Deze tekst is meestal door iemand anders geschreven, maar je mag ook citeren uit je eigen publicaties. Je moet altijd aangeven waar het citaat vandaan komt: de bronvermelding.

In de tekst maak je een korte verwijzing door auteursnaam, jaar van publicatie en paginanummer te noemen. De volledige bronvermelding plaats je in de bibliografie aan het einde van je verslag. Zie ook bibliografie.

Hoe bouw je een citaat op?

Je moet in je tekst duidelijk aangeven dat het om een citaat gaat: zet het citaat tussen aanhalingstekens. Gebruik je meer dan 40 woorden? Zet dan je citaat tussen twee witregels.

Een citaat mag niet te lang zijn. Je gebruikt een citaat om je eigen betoog kracht bij te zetten of juist om tegenvoorbeelden te geven bij je eigen betoog. Het is niet de bedoeling dat je verslag uit alleen maar citaten bestaat en ook niet dat je citaten van een paar alinea's lang opneemt. Twijfel je over de lengte van een citaat? Vraag dan advies aan je docent.

Neem het citaat altijd over in de oorspronkelijke taal. Je kunt eventueel een vertaling van het citaat erachter zetten. Je mag een citaat ook in eigen woorden weergeven: parafraseren.

 

Voorbeeld (APA stijl):

Jansen zegt hierover: “De tevredenheid van studenten neemt toe als de bibliotheek ook op zondag open is ” (Jansen, 2004, p.32).